RS-virus
Het RS-virus is een virus dat in Nederland veel voorkomt. Het zorgt voor een infectie van de luchtwegen. Het komt veel voor bij kinderen. Bijna alle kinderen in Nederland krijgen er vóór hun 2e verjaardag een keer mee te maken. Het virus komt vooral in de winter veel voor.
Hoe krijg je het?
Het virus zit in de keel van iemand die besmet is. Door hoesten en niezen komen kleine druppeltjes met het virus in de lucht. Als je deze druppeltjes inademt, raak je besmet. Iemand met RS-virus kan anderen besmetten voordat hij zelf ziek wordt.
Wat merk je?
Meestal verlopen de klachten mild. Je krijgt dan last van verkoudheid en hoesten. Soms zijn de klachten erger. Er kan dan sprake zijn van:
- benauwdheid
- koorts
- longontsteking
- oorontsteking.
Vooral jonge kinderen en ouderen hebben meer kans om erg ziek te worden door het RS-virus.
Wat kun je doen?
- Je kunt verspreiding voorkomen door te hoesten en niezen in een papieren zakdoek.
- Heb je geen papieren zakdoek bij de hand? Hoest dan in de plooi van je elleboog.
- Gebruik een zakdoek maar 1 keer; gooi hem daarna weg en was je handen met water en zeep.
- Houd pasgeboren baby’s uit de buurt van hoestende en niezende mensen.
Meestal gaat een infectie met het RS-virus vanzelf over. Dit kan een paar dagen tot 1 week duren.
Soms moet iemand met het RS-virus opgenomen worden in het ziekenhuis. Ongeveer 1 op de 100 kinderen met het RS-virus in Nederland moet in het ziekenhuis opgenomen worden.
Mag je werken of naar school?
Voelt een kind zich goed?
Dan kan het gewoon naar de kinderopvang of naar school. Het RS-virus is al besmettelijk voordat iemand zelf klachten krijgt. Thuisblijven helpt niet om te voorkomen dat anderen ziek worden.
Informeer wel de kinderopvang of de school, soms zijn extra maatregelen nodig.
Een volwassene met een infectie door het RS-virus die zich (weer) goed voelt, kan gewoon werken.
Waar vind je meer informatie?
- Vragen en antwoorden en video’s RS-virus | RIVM
- Voor professionals: RSV-infectie | LCI-richtlijnen | RIVM
Heb je nog vragen?
Neem contact op met de afdeling Infectieziektebestrijding via 050 367 4000.