Omgaan met huilen

Alle baby’s huilen. Het is normaal gedrag in de ontwikkeling van een baby. Het is een manier van communiceren. Baby’s kunnen om verschillende redenen huilen. En het huilen klinkt altijd anders. Het huilgeluid geeft je informatie over wat er aan de hand kan zijn. Hoe meer je naar je baby kijkt en luistert, hoe beter je zijn lichaamstaal leert ‘verstaan.’ Neem de tijd om hem op deze manier te leren kennen.

Troosten en kalmeren

Het is goed om een huilende baby op te pakken en veilig tegen je aan te houden. Baby’s moeten veel indrukken verwerken. Daar hebben ze hun ouders hard bij nodig. Zachtjes praten tegen je baby, een liedje zingen of rustig heen en weer wiegen kan dan fijn zijn. Hij hoort je stem en je hartslag en komt daardoor vaak tot rust.

Tips

Een regelmatig ritme

Voor baby’s is voorspelbaarheid prettig. Breng daarom een duidelijke regelmaat aan in de dag. Maak het naar bed gaan voor je baby zo voorspelbaar mogelijk. Dat voelt veilig en vertrouwd voor hem.

• Zorg voor een vaste, veilige slaapplek.
• Leg je baby zoveel mogelijk in hetzelfde bed op dezelfde plek.
• Gebruik ook een vaste volgorde van gebeurtenissen. Bijvoorbeeld: in bad, een schone luier, samen een boek bekijken en/of een liedje zingen. Leg je baby in bed, geef een kus en zeg bijvoorbeeld “Dag lieverd, lekker slapen.” Zo weet hij wat er komen gaat.

Leg je baby moe maar wakker in bed

In het begin valt je baby vaak tijdens of direct na het voeden in slaap. Maar na een paar weken zal hij na het voeden vaak nog even wakker zijn. Als je baby nog wakker is na het voeden, kun je hem nog even lekker knuffelen en samen genieten. Als hij moe begint te worden, leg hem dan wakker in bed. Zo volg je zijn natuurlijk ritme en wordt het bed voor hem een bekende slaapplek.

Inbakeren

Eventueel kun je je baby inbakeren. Als je dit overweegt, bespreek dit dan eerst met de jeugdarts of jeugdverpleegkundige van de Jeugdgezondheidszorg. Zij kunnen je vertellen of inbakeren voor jouw kind een goede keuze is en welke manier van inbakeren veilig is. Begin in elk geval niet meteen na de geboorte met inbakeren. Zo hebben jij en je baby eerst nog de tijd om aan elkaar te wennen door middel van lichamelijk contact.

Kijk voor tips over inbakeren op Groeigids.nl.

Vermijd te veel prikkels

Prikkels zijn indrukken die een baby moet verwerken, zoals beelden van bezoek, uitstapjes of tv. Baby’s kunnen te veel prikkels nog niet verwerken. Let goed op het gedrag van je baby. Wordt hij onrustig van drukte om hem heen? Doe dan wat rustiger aan.

Een rustige slaapkamer

Tot je baby een maand of 6 is, kan hij bij jou op de kamer slapen in een eigen wieg of ledikant. Vanaf 6 maanden kan je baby op een eigen kamer slapen. Laat je baby slapen:

• In een rustige, donkere slaapkamer (gebruik een verduisterend gordijn).
• Niet te warm en niet te koud; tussen 15 en 18 graden is warm genoeg.
• Maak het bedje strak op en leg de baby altijd op zijn rug.
• Zet geen apparatuur, zoals een televisie of computer, op zijn kamer.

Denk om het hoofd

De nekspieren van een baby zijn zelfs tot na zijn 1e verjaardag nog niet sterk genoeg om bij flink heen en weer bewegen zijn ‘zware’ hoofd rechtop te houden. Al helemaal niet als hij door elkaar geschud wordt. In dat geval gaat zijn hoofd snel en hard heen en weer, waardoor kleine adertjes in de hersenen kunnen scheuren. Er treedt dan een bloeding op binnen in het hoofd, in de hersenen. Dit wordt het ‘shakenbabysyndroom’ genoemd. Deze kinderen kunnen last krijgen van stuipen of zelfs jaren later leerproblemen ondervinden op school. In het ergste geval overlijdt de baby als gevolg van een hersenbloeding.

Normaal spelen met de baby kan geen shakenbabysyndroom veroorzaken. Wanneer je het hoofd goed ondersteunt, is bijvoorbeeld dansen door de kamer juist heel fijn om samen te doen. Toch kan zelfs goedbedoeld schudden veel kwaad doen, bijvoorbeeld als je je baby omhoog gooit als je vliegtuigje speelt.

Lees meer over het shakenbabysyndroom op Groeigids.nl.

Wat als het huilen je te veel wordt?

Kun je er even niet meer tegen?

• Leg je huilende baby op een veilige plaats, bijvoorbeeld in zijn bed of in de box.
• Loop even de kamer uit.
• Ga pas weer terug naar je baby als je zelf rustig bent.

Praat er over met familie, vrienden, de jeugdverpleegkundige van jouw consultatiebureau of een arts. Je staat er niet alleen voor.