Wij gebruiken cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruiksgemak te verbeteren.

Waar ben je naar op zoek?

Voordelen borstvoeding

Waarom is borstvoeding geven belangrijk?

Moedermelk is gemaakt voor baby’s. Het is precies afgestemd op de behoeftes van je kind. Borstvoeding geven heeft veel voordelen:

  • Je hebt het altijd bij je, je kunt altijd en overal voeden.
  • Het is altijd direct op temperatuur.
  • Het is goedkoop.
  • Je kind ligt het liefst dicht tegen je aan. Huidcontact vindt je kind heel fijn.
  • Borstvoeding mag je onbeperkt geven.

In moedermelk zitten ontzettend veel antistoffen die bijdragen aan de gezondheid van je kind. Dat werkt direct. Het werkt namelijk tegen infecties en virussen, maar ook op de lange termijn biedt het bescherming tegen allerlei ziektes. Ook voor moeders is het gezond om borstvoeding te geven; je herstelt hierdoor sneller van je bevalling.

Colostrum

De eerste dagen na de geboorte maken je borsten colostrum aan. Deze eerste melk is goudgeel van kleur. De samenstelling van deze melk is precies afgestemd op de behoefte van je pasgeboren kind, waardoor het hier maar een paar druppels van nodig heeft. Colostrum bevat veel beschermende stoffen en is erg laxerend. Zo raakt je kind het meconium (eerste zwarte ontlasting) snel kwijt.

Rijpe moedermelk

In de loop van de eerste 2 weken verandert de colostrum in rijpe moedermelk. In rijpe moedermelk zit veel melksuiker en weinig eiwitten en vetten. Hierdoor is het gemakkelijk verteerbaar. De hoeveelheid vet neemt toe tijdens de voeding. Dit heeft te maken met de volheid van de borst.

Hoe leger de borst, hoe vetter de melk

Dit betekent dat als je vaker voedt dat je vettere melk geeft. Het gemiddeld aantal voedingen per dag is 11 keer (variërend van 8 tot 12 voedingen). Dit kunnen korte of langere voedingsmomenten zijn. Baby’s doen het erg goed op deze vetten; ze groeien en ontwikkelen en raken hun ontlasting gemakkelijker kwijt.

De eerste dagen na de bevalling valt een baby meestal af. Dit is heel normaal. Als de kraamzorg stopt, neemt de jeugdverpleegkundige contact met je op om kennis te maken en samen je kind te wegen. Meestal zit je kind dan weer rond zijn geboortegewicht.