Wij gebruiken cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruiksgemak te verbeteren.

Waar ben je naar op zoek?

Hand-, voet- en mondziekte

Het virus van hand-, voet- en mondziekte verspreidt zich door de lucht en via de ontlasting. Het komt alleen bij mensen voor. Er is geen inenting tegen hand-, voet- en mondziekte. En er is geen medicijn dat de ziekte kan voorkomen.

Wie kan hand-, voet- en mondziekte krijgen?

Iedereen kan hand-, voet- en mondziekte krijgen. Ook als je hand-, voet- en mondziekte hebt gehad, kun je opnieuw ziek worden. Hand-, voet- en mondziekte komt vooral bij kleine kinderen voor. Voor de meeste kinderen is het geen heftige ziekte.

Hand-, voet- en mondziekte wordt af en toe verward met mond- en klauwzeer. Mond- en klauwzeer komt alleen bij dieren voor en is niet besmettelijk voor mensen.

Welke klachten heb je?

  • Pijnlijke blaasjes in en om de mond, aan de handpalmen en op de voetzolen.
  • Misselijkheid.
  • Koorts.

De pijnlijke blaasjes, die je in en rond de mond kunt hebben, maken eten en drinken lastig. Hierdoor kunnen jonge kinderen soms uitgedroogd raken. Meestal verdwijnen de blaasjes na een week. Er blijven geen littekens achter.

Hoe raak je besmet?

Het virus verspreidt zich door de lucht, via ontlasting of het vocht uit de blaasjes. Als iemand beter is, kan het virus nog wekenlang besmettelijk zijn voor anderen.

Wat moet je doen?

  • Regelmatig goed handen wassen met water en zeep helpt om besmetting te voorkomen.
  • Gebruik papieren zakdoekjes en hoest of nies in je elleboog.

Meer informatie