Peuter 1-4 jaar

Eten en slapen

Peuters ontwikkelen zich razendsnel. Voordat je het weet is deze periode alweer voorbij. Je jonge peuter wordt een eigen persoon en heeft daarom regels nodig. Bijvoorbeeld op het gebied van eten en slapen. Maar eten en slapen zijn bij oudere peuters ook belangrijke onderwerpen. Hoe ga je hier het beste mee om?

Spraak en taal

Je kunt al goed met je peuter van 2 tot 3 jaar praten. In de leeftijd van 3 tot 4 worden ze heel creatief met taal en maken hun eigen woorden. Als ouder kun je veel doen om je kind te leren praten en de ontwikkeling van taal te stimuleren.

Zindelijkheid en veiligheid

Als je peuter tussen de 2 en 3 jaar oud is, kan het voelen of de blaas of darmen vol zitten. Als je kind er dan emotioneel aan toe is, kun je hem of haar helpen om zindelijk te worden. Je moet hiervoor het juiste moment kiezen en geduld en begrip hebben.

Veiligheid is bij oudere peuters misschien nog wel belangrijker dan bij baby’s of jonge peuters. Oudere peuters kunnen immers al lopen en je moet gevaarlijke spullen buiten hun bereik neerzetten. Hiervoor moet je maatregelen nemen.

Peuterpubertijd en opvoeden

Peuters tussen de 18 maanden en 4 jaar gaan hun wereld ontdekken. Ze krijgen een eigen wil en gaan hun grenzen verkennen. Ze willen steeds meer doen en van alles uitproberen. Maar omdat ze zo jong zijn, lukt nog niet alles goed. Daardoor kunnen ze soms boos of bang worden. Hun stemming slaat gemakkelijk om. Dit noemen we de peuterpubertijd. De tijd met je peuter kan druk zijn en soms heb je ruzietjes. Probeer je kind op een positieve manier op te voeden. Dat geeft rust en er is een grote kans dat je peuter zich ontwikkelt tot een zelfstandige volwassene met veel zelfvertrouwen.

Peuters en tanden

De leeftijd waarop kinderen hun eerste tanden krijgen verschilt per kind. De volgorde van het opkomen van tanden is wel meestal gelijk. Je kind kan last krijgen van opkomende tanden. En wanneer begin je nu met poetsen?

Scheiden

Een scheiding is heel ingrijpend. Voor zowel de ouders als het kind. Kinderen gaan net als de ouders door een crisis en kunnen zich vaak niet voorstellen hoe hun leven eruitziet zonder vader of moeder thuis. Toch kunnen kinderen vaak goed wennen aan de nieuwe situatie.